ÉLAN – november 2004
Geen werk
Kunst volgens Frits Becht
De stadsgalerij Heerlen presenteert in november een tentoonstelling onder de naam VERF. Ik hoorde de titel voor het eerst toen ik het verzoek kreeg om voor die tentoonstelling enkele werken uit mijn collectie in bruikleen te geven. Het ging om werken van Emo Verkerk en Co Westerik.
De titel VERF kwam op mij wat vreemd over en ik vroeg om nadere informatie.Die kreeg ik. Het betreft een tentoonstelling van het werk van 14 Nederlandse schilders,die ieder op een geheel eigen wijze met verf omgaan. Aan de hand van vijf thema’s – materiaal,oorsprong, illusie, beeid
en geschiedenis – worden de verschil- lende aspecten van de schilderkunst aan de orde gesteld.Gelijk met de tentoonstelling vindt de presentatie plaats van het boek Verf: hedendaagse schilders over hun werk van Hans den Hartog Jager.
Zo werd mijn aandacht gevraagd voor een materie waar ik eigenlijk nooit mee bezig ben. In al de jaren dat ik mezelf met kunst bezighoud, heb ik altijd minimale belangstelling gehad voor de materie waarvan de kunst- werken werden gemaakt. Dat wil niet zeggen dat ik die materie negeerde, maar het was geen essentieel gegeven
voor het al dan niet kopen van een kunstwerk.Alsikthuis om me heen kijk, kom ik overigens alle mogelijke materialen tegen.Schilderijen met olieverf, acrylverf of wat voor verf dan ook.Werken op papier,zoals aquarellen,gouaches en tekeningen met waterverf, pastel, krijt, inkt, potlood, houtskool etcetera. Allemaal traditionele materialen die overigens door de kunstenaars op zeer uiteenlopende manieren worden gebruikt. Toen ik begin vijftiger jaren begon met het kopen van kunst was er een zeer Sterke ontwikkeling gaande.die het gebruik van allerlei materialen aan de orde stelde.Stromingen als de Pop Art (in Amerika en Engeland) en het Nouveau Realisme (Frankrijk) droegen daar sterk aan bij.
Hier aan de muur hangen werken met bijvoorbeeld kunstgebitten, tandenborstels (Daniel Spoerri),een
Cognac
Verreweg de meeste producenten van cognac,zeker de reuzen Hennesy, Martell, Remy Martin en Courvoisier, die samen 80 procent van de markt beheersen, voegen kleurstof (caramel) en suikerstroop aan hun Produkten toe, omdat de consumenten (vooral de nieuwe rijken in Oost-Azie) een donkerkleurige.zoete stijl associeren met duur en chic. Slechts enkele kleine cognac-huizen bottelen hun brandy puur, vertrouwend op de intrinsieke kwaliteit van het distillaat. Nog zeldzamer is de cognacproducent die alleen kleine hoeveelheden zeldzame cognacs van de beste wijngaarden inkooptdeze tientallen jaren verder laat rijpen in oude houten
vaten en ze vervolgens onvermengd – uitsluitend van een oogstjaar – bot- telt. Daar is er namelijk maar e£n van: Jean Grosperrin.Zijn bedrijf La Gabare is het geheim van Cognac, een categorie op zichzelf en uiteraard peperduur. Het kleine familiebedrijf, dat sinds kort geleid wordt door zoon Guilhem (25), heeft een jaaromzet van nog geen half miljoen euro. Enkele Nederlandse investeerders hebben geld in La Gabare gestoken en zo zijn nu acht cognacs van Grosperrin te koop bij De Gouden Ton (vestigingen in onder andere Den Haag, Amsterdam, Oosterhout, Rotterdam en Arnhem).
Grosperrin controleert de ouderdom
van de cognacs die hij inkoopt met behulp van de koolstof-14-methode. Wie de jaargang-cognacs proeft, merkt meteen hoe verschillend de subregio’s binnen het cognacgebied zijn – verschillen die in de gemengde cognacs van de massaproducenten verloren zijn gegaan.
De Petite Champagne van 1979 (98,50 euro) is zeer fruitig, met een verfijning die je in een merk-cognac niet zult vinden. De Borderies uit 1961 (118 euro voor een halve fies) is juist stoer en stevig, met gekonfijt fruit in geur en smaak. Een ander gebied is Fins Bois, waarvan de 1969-er (127 euro) zacht,fruitig en vrij gemakkelijk smaakt.
La Gabare voert voor de Nederlandse markt, die dergelijke prijzen wellicht wat problematisch vindt, twee cognacs zonder jaartal, Le Roch vsop (34,50 euro) en Le Roch XO (39,95). Deze zijn niet te vergelijken met bovenstaande juweeltjes, maar nog
opgezette krokodil (Mario Merz), matrijzen voor grammofoonplaten (Arman), een met textiel aangekleed fotoportret (Martial Rays), een bed- spiraai gemaakt van etalagepoppen, bokshandschoenen,een klok,een schietschijf (Bruce Lacey) en een aan de muur hangende stoel met op de zitting tientallen in brons gegoten muizen (Joseph Semah).
Ook voor vrijstaande werken zijn de meest uiteenlopende materialen gebruikt.
Ter illustratie: Edward Kienholz bouwde portretten van zijn vader en moeder op uit een berenkop, berenpoten, een olievat, reehoorns, een gebroken aquarium,een viool,een opgezet vogeltje enzovoort. Arman gebruikte glazen poppenogen en oude houten poppenhandjes.Op de grond liggen en staan in brons gegoten hazen, schapenschedels en enorme schelpen,
verzaagde tl-buizen en een op pootjes staand aquarium met daarin een roostertje waarop een koffiekan Staat. Met water in het aquarium en de stekker in het stopcontact gaat het koffiepotje pruttelen.
Als u dit zo leest.zult u ongetwijfeld begrijpen dat ik over een tentoon- stelling met de titel VERF even moest nadenken. Ik las een tekst van de aan de tentoonstelling deelnemende Schilder Rob van Koningsbruggen: “Ik vind een schilderij pas goed als ik de verf niet meer zie, als de verf geen materie meer is en volledig is verdwenen in het schilderij.”
Wat mij betreff geldt dat voor alle gebruikte materialen:zij speien geen dominante rol in het wel of niet kunnen waarderen van een werk. Ik hoop dat de bezoekers van VERF ook zo kunnen kijken. steeds geweldig lekker.En natuurlijk zonder enige toevoeging.
Cognac heeft een hoog snob-appeal. De sector wil dit graag zo houden, dat is goed voor de marges. Er wordt kwistig met sterren,gouden medailles en indrukwekkende titels gesmeten. Maar als u een superdure cognac tegenkomt van 100 jaar oud, bedenk dan dat zelfs de beste cognacs zieh na zo’n 40 jaar vatrijping niet verder ontwikkelen. Daarna heeft de ouderdom van de cognac nog slechts de functie om indruk te maken op snobs. Ook over het drinken van cognac bestaan misverstanden. Gebruikeen klein, tulpvormig glas en geen ballon waar beter een goudvis in kan zwemmen. En maak cognac niet warm boven een vlammetje, want dan körnen juist de minder lekkere geuren naar boven.
JS